Skip to main content
23-07-2020

Brief ZPW aan SCO

Begin 2020 is de Pensioenkamer gestart met het verkennen van mogelijkheden om de voor de komende jaren voorziene pensioenpremiestijging bij ABP te beperken. Deze verkenning heeft helaas niet geresulteerd in afspraken in de Pensioenkamer om de pensioenregeling (beperkt) te versoberen. ZPW betreurt het dat SCO dit niet als een oplossingsrichting ziet. Hierdoor lijkt de pensioenpremiestijging in 2021 onvermijdelijk.

In de Pensioenkamer van 4 juni 2020 is de uitkomst van de verkenning alsmede de gevolgen voor de pensioenpremies voor 2021 bevestigd. Verder zijn in deze vergadering van de Pensioenkamer de volgende afspraken gemaakt:

  1. Partijen leggen bij het ABP het verzoek neer om de premieopslag later dit jaar nog eens kritisch tebekijken en indien mogelijk verder te verlagen. Eerder dit jaar heeft het ABP-bestuur de premieopslag op verzoek van de Pensioenkamer met 0,5 procentpunt verlaagd. Het verzoek om de premieopslag later dit jaar nog eens kritisch te bekijken is inmiddels bij het ABP-bestuur neergelegd. De Pensioenkamer acht de kans dat het ABP-bestuur de premieopslag gaat verlagen niet groot.
  2. Na deze zomer spreekt de Pensioenkamer verder over de mogelijkheden vanaf 2022. De uitwerking van het pensioenakkoord en daarmee samenhangende maatregelen worden hierin meegenomen.

Zekerheid voor lange termijn

ZPW had graag voor een langere periode afspraken gemaakt. Enerzijds om de betaalbaarheid van de ABP-pensioenregeling te borgen. Anderzijds bieden afspraken voor meerdere jaren duidelijkheid voor zowel CAO als pensioen. Stijging van de pensioenpremies vermindert de arbeidsvoorwaardenruimte aan de CAO-tafel. De pensioenpremiestijging in 2021 resulteert mogelijk in een negatieve ruimte aan de CAO-tafels. Met een (beperkte) versobering van de pensioenregeling had dit voorkomen dan wel beperkt kunnen worden.

Pensioenkamer draagt verantwoordelijkheid

SCO erkent de hiervoor beschreven gevolgen van de pensioenpremiestijging op de arbeidsvoorwaardenruimten. Alleen zoekt SCO de mogelijke antwoorden op het vraagstuk niet in de Pensioenkamer. SCO stelt voor om gezamenlijk richting het kabinet op te trekken om bijvoorbeeld te vragen om een tijdelijke geldlening. ZPW gaat niet mee in dit voorstel. ZPW is van mening dat de partijen in de Pensioenkamer een eigen verantwoordelijkheid hebben ten aanzien van het borgen van de betaalbaarheid van de ABP-pensioenregeling. Alle partijen in de Pensioenkamer worden geconfronteerd met de ongewenste gevolgen van de lange lage rente en langdurige lage rendementsverwachtingen op de kostprijs van pensioen. De Coronatijd maakt de situatie mogelijk nog complexer en de verantwoordelijkheid van de Pensioenkamer groter. Dit betekent dat we als sociale partners in de Pensioenkamer een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben om met dit vraagstuk om te gaan. Via een (beperkte) versobering van de pensioenregeling zijn er mogelijkheden om de pensioenpremiestijging te mitigeren. Zolang SCO niet bereid is om in de
Pensioenkamer afspraken te maken over een (beperkte) versobering van de pensioenregeling, is het volgens ZPW noch kansrijk noch opportuun om een bijdrage aan het kabinet te vragen. Samengevat lijkt de stijging van de pensioenpremies in 2021 onvermijdelijk en daarmee ook de impact voor de CAO-tafels. Na de zomer spreekt de Pensioenkamer verder over 2022 en latere jaren. Deze gesprekken zullen worden gevoerd in het licht van het nieuwe pensioenstelsel en de overgang
ernaartoe. ZPW heeft er alle vertrouwen in dat de Pensioenkamer komt tot goede en evenwichtige afspraken voor alle partijen.