Skip to main content
27-11-2020

Pensioenpremie 2021 stijgt flink

De pensioenpremie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen bij het ABP stijgt per 1 januari 2021 met 1 procentpunt van 24,9% naar 25,9%. De premie stijgt daarmee flink, maar minder hard dan eerder verwacht.

ABP heeft de pensioenpremies voor 2021 bekend gemaakt. De stijging wordt vooral veroorzaakt door een verlaging van de rendementsverwachting. Door een daling in de levensverwachting is de stijging minder hard dan voor de zomer door het ABP was geschat. De werkgever betaalt ongeveer 70% en de werknemer ongeveer 30% van deze premie.

Andere pensioenpremies

Ook andere pensioenpremies gaan stijgen per 1 januari 2021. De premie voor de VPL-compensatie stijgt van 2,6% naar 3%. VPL-compensatie is een tegemoetkoming voor de afschaffing van de regeling voor vroegpensioen (FPU) en wordt volledig door de werkgevers betaald.

De premie voor het Arbeidsongeschiktheidspensioen is sectorafhankelijk. Deze premie wordt voor een deel door werkgevers (70%) en voor een deel door werknemers (30%) betaald.

Minder financiële ruimte voor cao

De stijging van de pensioenpremies heeft effect op de loonkosten voor werkgevers. Dit heeft gevolgen voor de te besteden arbeidsvoorwaardenruimte 2021 op de cao-tafel: er is minder financiële ruimte beschikbaar voor het afsluiten van een cao voor het jaar 2021.

Geen wijziging pensioenregeling

Bij de bekendmaking van de pensioenpremies 2020 heeft het ABP al gewaarschuwd voor een stijging van de pensioenpremies per 1 januari 2021. Dit was aanleiding voor de gezamenlijke werkgeversorganisaties van de overheids- en onderwijssectoren om eind vorig jaar in gesprek te gaan met de samenwerkende centrales voor het overheidspersoneel. Het doel van het overleg was de pensioenpremiestijging te voorkomen dan wel af te zwakken. Hiervoor hebben de partijen verschillende mogelijkheden verkend om de pensioenregeling (beperkt) te versoberen. Het overleg heeft niet geleid tot wijziging van de pensioenregeling per 1 januari 2021.