Skip to main content
07-02-2020

Visie op arbeidsmarktbeleid van de Zelfstandige Publieke Werkgevers

In mei 2019 is de stichting Zelfstandig Publieke Werkgevers (ZPW) opgericht. ZPW vertegenwoordigt de belangen van werkgevers in het onderwijs, academisch onderzoek en de decentrale overheden (Aangesloten bij ZPW zijn de PO-raad, de VO-raad, de MBO Raad, de Vereniging Hogescholen, VSNU, NFU, WVOI, IPO, VNG en de Vwvw).

De Zelfstandig publieke werkgevers

De aangesloten werkgevers onderscheiden zich - t.o.v. andere werkgevers - door de uitvoering van publieke taken en dienstverlening aan de samenleving. De opdracht van ZPW-werkgevers is het duurzaam realiseren en bevorderen van maatschappelijke doelen zonder winstoogmerk. Kwaliteit van onderwijs en academisch onderzoek en goed decentraal openbaar bestuur staan hierbij centraal. Daartoe worden wij gefinancierd met publieke middelen die vervolgens ook publiek verantwoord worden. Deze opdracht – hoe divers die er ook binnen de specifieke sectoren uit ziet – wordt verstevigd door gedeelde publieke waarden (Zie ook Code interbestuurlijke verhouding 2009):

  • Integriteit (open, betrouwbaar en transparant) van overheidswerkgever en medewerker.
  • Professionaliteit van overheidswerkgever en medewerker (effectiviteit en verantwoording).
  • Inclusief werkgeverschap met optimale participatie van alle (potentiële) werkenden in de samenleving.

Deze waarden (Publieke waarden, De beginselen van goed bestuur in de dagelijkse praktijk van ziekenhuis en gemeente, Gjalt de Graaf, Leo Huberts en Remco Smulders, Vrije Universiteit Amsterdam, in opdracht van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, 2013) zijn het uitgangspunt bij elk handelen, ook vanuit werkgeversperspectief. 

De publieke taken van de ZPW-sectoren worden uitgevoerd door bijna 700.000 professionals. Het werkgeverschap voor deze professionals zien wij als een verantwoordelijkheid die wij uiterst serieus nemen. Ook hierbij spelen onze publieke waarden een grote rol. Daarnaast brengen ontwikkelingen in de samenleving en op de arbeidsmarkt met zich mee dat wij ons moeten positioneren op de arbeidsmarkt, die steeds krapper (Krapte aangaande specifieke beroepsgroepen, zoals in de zorg en het lerarentekort in het onderwijs) wordt. Het zijn en het verder ontwikkelen van goed werkgeverschap, alsmede aantrekkelijk zijn voor toekomstig personeel vraagt om een visie op werkgeverschap.

Onze visie op werkgeverschap

Wij streven zoveel als mogelijk naar gelijkwaardige arbeidsverhoudingen. Een evenwichtige verdeling van de verantwoordelijkheden tussen werkgever en medewerker vinden wij belangrijk. Daarbij verliezen we niet uit het oog dat elke medewerker specifieke ondersteuning nodig heeft (professionalisering, scholing, etc.). Gezond werk, een positieve werkbeleving en waardering vinden wij belangrijk. Niet alleen het loon, maar ook secundaire arbeidsvoorwaarden, scholing en professionalisering, verlofmogelijkheden, een gedegen pensioen en balans tussen werk en privé dragen daaraan bij. Wij stimuleren een open en gezonde werkcultuur waar medewerkers zich veilig voelen, en met plezier, vertrouwen en vitaal kunnen werken. Een sterke medezeggenschap helpt ons hierbij. 

Onze samenleving verandert voortdurend. Niet alleen door demografische ontwikkelingen, maar ook door innovatie, digitalisering en robotisering. Dit brengt veranderende of nieuwe eisen met zich mee die onze publieke taak raken. Wij doen er alles aan om onze organisaties wendbaar te organiseren, zodat deze kunnen meebewegen met ontwikkelingen. Wij realiseren ons dat dit ook veel van onze medewerkers vraagt. Het is nodig dat zij blijvend investeren in hun eigen ontwikkeling, om zo van waarde te blijven voor hun eigen werkgever, maar ook voor de arbeidsmarkt. Een leven lang ontwikkelen is hierbij essentieel. Voor een aantal medewerkers is dit reeds vanzelfsprekend, voor anderen (nog) niet. Wij faciliteren onze medewerkers om te blijven ontwikkelen door beleid gericht op professionalisering en duurzame inzetbaarheid, maar verwachten ook dat medewerkers hierin hun eigen verantwoordelijkheid nemen. Zij hebben de regie over hun eigen loopbaan in handen. Het is aan ons als ZPW-werkgevers om dit werkklimaat binnen onze organisaties te bewerkstelligen. 

Ook met krapte op de arbeidsmarkt heeft een deel van de beschikbare potentiële werkenden geen betaalde baan. Wij vinden het belangrijk dat iedereen optimaal participeert op de arbeidsmarkt en wij richten ons als werkgevers dan ook op alle (potentiële) werkenden. In ons streven naar het zijn van inclusieve en diverse werkorganisaties, creëren wij extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vinden bij ons steeds vaker een baan.

Werk in Nederland is voortdurend aan verandering onderhevig. Onze focus ligt op de omslag van baanzekerheid naar werkzekerheid. Wij zien daarbij duurzame inzetbaarheid, ontwikkeling en gedeelde verantwoordelijkheid als belangrijke uitgangspunten. Ook de arbeidspopulatie verandert. Steeds meer werkenden verrichten arbeid vanuit ondernemerschap (ZZP) of op basis van een flexibele arbeidsverhouding. Wij zien hun toegevoegde waarde voor onze organisaties, maar zijn ons bewust van de andere kant van de medaille van flexibele inzet, zoals doorgeschoten flexibilisering. Dit past niet bij ons idee van goed zelfstandig publiek werkgeverschap. Weloverwogen HR-beleid met oog voor onze publieke waarden echter wel. Wij bieden hoogwaardig HR-beleid, -processen en –instrumenten. Dit komt tot stand door passende afspraken te maken in de sectorale cao’s en maatwerkafspraken tussen werkgever en medewerker. 

We staan in Nederland voor grote maatschappelijke opgaven, zoals klimaatverandering en duurzaamheid. Deze maken bij ons onderdeel uit van de bedrijfsvoeringstrategieën en uitvoering. Als werkgevers werken wij zo mee aan een gezonde, veilige en schone leefomgeving en daarmee het welzijn van de bevolking.

Onze ambities

Wij spreken uit dat wij:

  • Invulling geven aan goed zelfstandig publiek werkgeverschap aan de hand van onze publieke waarden;
  • Streven naar gelijkwaardige arbeidsverhoudingen tussen werkgever en medewerker;
  • Investeren in duurzame inzetbaarheid en professionele ontwikkeling van onze medewerkers;
  • Streven naar inclusieve arbeidsorganisaties, waarin werkenden een duurzame werkrelatie hebben, en die een afspiegeling vormen van de samenleving;
  • Bij het vormgeven van beleid rekening houden met klimaat en duurzaamheid.

Randvoorwaarden

Om goed (personeels)beleid te kunnen vormgeven en onze werkgeversambities verder te ontwikkelen zijn de volgende randvoorwaarden essentieel: 

Financiering

Een stabiele financiering van onze taken is voor ons personeel cruciaal. Beleidsmatige ingrepen in deze financiering raken direct de kwaliteit van de uitvoering van onze publieke taak en de waardering en ontwikkeling van de medewerkers. Een bestendig beleid vanuit overheidszijde is voor ons een harde randvoorwaarde.

Juridisch kader

Daarnaast is een effectief juridisch kader noodzakelijk. Sociale en fiscale wetgeving moet passend zijn bij de ontwikkelingen van de arbeidsmarkt en knelpunten oplossen. Ook hier geldt een gedeelde verantwoordelijkheid voor werkgever en medewerker. De wetgeving is verouderd en complex, waardoor de beoogde doelen niet zonder meer bereikt worden. Ook slaat de balans van verantwoordelijkheden te veel door naar werkgeverszijde. Daarnaast is de wetgeving te veel gericht op de klassieke arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer, waardoor nieuwe vormen van arbeidsverhoudingen leiden tot frictie op de arbeidsmarkt. 

Collectief fundament voor alle werkenden

We pleiten voor een fundament waarbij omstandigheden en risico’s waar iedereen die participeert op de arbeidsmarkt mee te maken kan krijgen, zoals ouderdom, arbeidsongeschiktheid, ouderschap, de noodzakelijke zorg voor anderen en calamiteiten, collectief gedragen worden. Bij de verandering van de samenleving en de economie speelt het onderwijs een cruciale rol. Een transitie naar een samenleving, waarin een ‘leven lang ontwikkelen’, van peuter tot en met volwassene, gemeengoed is, is hoognodig. Het is belangrijk om in de start van het leven een goede basis te leggen om in de jaren daarna, mee te kunnen bewegen met de ontwikkelingen die werkend Nederland tegemoet gaat. Het is wenselijk dat de maatschappij investeert in de scholing van (aankomend) werkenden. Een modernisering van het collectief fundament is mede daarom wat ons betreft noodzakelijk.

Als ZPW vinden we brede ondersteuning en inzet op het concept van een ‘leven-lang-ontwikkelen’ door de wetgever, als kans om de hele samenleving flexibeler en veerkrachtiger te maken voor veranderingen op de arbeidsmarkt en de daarmee gepaard gaande economische ontwikkelingen urgent en noodzakelijk.

Gevolgen op onze visie van het Covid-19 virus en het maatschappelijk debat

Sinds de visie in februari 2020 is opgesteld, is er veel veranderd. De wereld is geconfronteerd met de coronapandemie en een hernieuwd debat over discriminatie. In deze context heeft ZPW de visie van februari 2020 tegen het licht gehouden. De gevolgen van de verspreiding van Covid-19 en de maatregelen daartegen maken de (nabije) toekomst moeilijker voorspelbaar. Onze standpunten en ambities zijn door de crisis en de daaruit voortkomende maatschappelijke ontwikkelingen echter niet wezenlijk veranderd. Evenmin door het recente debat over discriminatie.

Als gevolg van de coronapandemie is een groot deel van het werk in de ZPW-sectoren tijdelijk of structureel veranderd door thuiswerken, digitaal vergaderen, online lesgeven en andere manieren van anders werken. In veel van de ZPW-sectoren was en is het noodzakelijk om extra werk te verrichten. Dat anders werken heeft een ongekend positief effect op klimaat en duurzaamheid. ZPW ziet dat als gewenste blijvende verandering en wil de resultaten vasthouden bij de verdere ontwikkeling en organisatie van de werkprocessen. Deze ontwikkeling ondersteunt onze visie op het belang van wendbaarheid en duurzaamheid van organisaties en medewerkers. Het maakt duidelijk dat dit vraagstuk met urgentie moet worden beetgepakt. 

Ook de werkdruk en daarmee de druk op de kwaliteit is toegenomen. De krapte op de arbeidsmarkt waar de ZPW-sectoren al langer mee te maken hebben, zoals in de zorg en het lerarentekort, zijn niet afgenomen. Het creëren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking is tijdens de coronacrises bemoeilijkt. Ondanks dat de realisatie wordt gehinderd, is onze ambitie hierin niet verminderd. Wel kan het in de praktijk betekenen dat het (iets) langer duurt dan we willen, voordat alle extra banen zijn gerealiseerd.
 
Het maatschappelijk debat over discriminatie raakt de publieke waarden van ZPW; integriteit, professionaliteit en inclusief werkgeverschap. De voorbeelden in de samenleving bevestigen het belang en de noodzaak om als gezamenlijke werkgevers deze waarden in de praktijk te laten zien en uit te dragen. Zo ervaren de ZPW-sectoren dat discriminatie, bijvoorbeeld bij het vinden van stageplaatsen en werk, diep in mensen is verankerd. Met als gevolg dat mensen met een andere (culturele) achtergrond of een beperking minder kans maken op een stageplek of werk. 

ZPW ziet het maatschappelijk debat en de gevolgen van de coronapandemie op de sociaalmaatschappelijke en economische ontwikkelingen dan ook als extra aansporing in het streven van ZPW naar inclusieve en duurzame werkende arbeidsorganisaties.